13 februari 2007

Waarom de moord op Bart B. geen nieuws was

Hoe ontstaat nieuws? Waarom wordt het ene voorval nieuws en het andere niet? Ik heb het me naar aanleiding van de berichtgeving over de moord op Bart B. meer dan ooit afgevraagd. Een poging tot verheldering.

*****

De moord op een Oostendse scholier deed de discussie over de rol van de media in onze maatschappij weer oplaaien. Dat was bij de moord op Joe Van Holsbeeck en bij de racistisch geïnspireerde moorden in Antwerpen niet anders. Telkens opnieuw rijst de vraag of de media indirect schuld hebben aan zulke gewelddaden. De kritiek is tweeërlei: enerzijds hoor je dat de “overdreven” aandacht van de media voor geweld -sensatie! - dergelijke geweldplegingen zou uitlokken, inspireren, ja zelfs mede veroorzaken. Anderzijds hoor je dat de media zulke geweldplegingen om commerciële redenen uitbuiten, te uitgebreid en te spectaculair brengen. De twee bezwaren overlappen elkaar maar er is wel degelijk een verschil tussen beide.

De vraag “Op welke manier moeten de media gewelddaden brengen?” is een erg moeilijke en belangrijke vraag waar een nog fundamentelere vraag aan ten grondslag ligt: wat maakt iets tot nieuws? Die vraag kun je op drie verschillende manieren beantwoorden. Ik wil daar zo meteen een vierde aan toevoegen.

Eén: journalisten maken het nieuws.
Nieuws is wat journalisten het vermelden waard vinden, wat zij selecteren, beschrijven, analyseren, becommentariëren. Of het nu via radio, televisie of het geschreven woord is, de journalist vist uit de continue berichtenstroom wat hem de moeite van het vermelden waard lijkt, en maakt er op die manier nieuws van. De vraag naar de motieven van de journalistieke selectie -waarom selecteert hij het ene bericht wel en het andere niet - mag hier voorlopig onbeantwoord blijven. Het zijn niet de motieven van de journalist die iets tot nieuws maken, maar het simpele feit dat hij selecteert, en dus sommige gebeurtenissen (ontwikkelingen, incidenten, uitspraken...-alles kan nieuws worden) in de openbaarheid brengt en andere niet.

Twee: nieuwsconsumenten maken het nieuws.
Nieuws wordt gedefinieerd en gebracht in functie van wat mensen graag in het nieuws willen lezen, horen, zien. Tot deze categorie behoort alles wat we gemeenzaam human interest noemen (maar de categorie is breder dan dat). Een nieuwe kledinglijn is nieuws omdat mensen die zich voor mode interesseren daarover geïnformeerd willen worden. Zo bekeken is de lancering van een niew Appleproduct groter nieuws dan de geboorte van uw kind, aangezien meer mensen zitten te wachten op een nieuw Appleproduct dan op uw kind. De hongersnood in Afrika is in deze optiek minder belangrijk nieuws in Vlaanderen dan de finale van De Slimste Mens ter Wereld, want er zijn aantoonbaar meer Vlamingen geïnteresseerd in de finale van De Slimste Mens dan in alle Afrikaanse landen bij elkaar. Volgens de logica van dit soort berichtgeving is wat niemand interesseert geen nieuws.

Drie: gebeurtenissen maken zichzelf tot nieuws.
Sommige gebeurtenissen (incidenten, ontwikkelingen, beslissingen,...) zijn zo vanzelfsprekend belangrijk dat ze sowieso nieuws zijn, geheel los van journalistieke overwegingen of de wensen en interesses van het publiek. Als de president van de VS wordt doodgeschoten is dat nieuws, daar hoeft een journalist geen seconde over na te denken. Ook in media die niet eens in nieuws handelen, of slechts in zeer lokaal nieuws, de Streekkrant bijvoorbeeld, zal dit bericht toch doordringen. Het gaat hier dus om wat je evident nieuws zou kunnen noemen.

De tweede en derde categorie hebben minder scherpe randen dan de eerste. Wat mensen interesseert is niet altijd makkelijk vast te stellen (is de uitslag van een Lottotrekking “groter” nieuws dan de nationale voetbalsuitslagen?), en ook over de vanzelfsprekende nieuwswaarde van sommige gebeurtenissen bestaat niet altijd een consensus, noch onder journalisten noch onder nieuwslezers, -kijkers of -luisteraars. Dat blijkt iedere dag uit de verschillende keuzes die verschillende media maken: de ene krant of zender brengt bericht A vooraan en uitgebreid in het nieuws terwijl een andere krant of zender datzelfde bericht soms veel minder prominent of zelfs helemaal niet brengt.

Niettemin geven deze categorieën drie duidelijk verschillende criteria aan op basis waarvan feiten al dan niet tot nieuws worden gemunt.

Elk journaal en elke krant zijn in zekere zin bloemlezingen waarin nieuwsfeiten uit de drie hierboven beschreven categorieën aan bod komen. Geen enkel medium brengt alleen maar door journalisten gecreëerd nieuws, geen enkel medium beperkt zich tot evident nieuws, en ook de human interestbladen brengen wel ‘hard’ nieuws . Maar de mix, de dosering verschilt natuurlijk sterk van medium tot medium.

Het is duidelijk dat categorie twee - nieuws is wat mensen interesseert - commercieel gesproken de interessantste is. Het is dan ook niet verbazend dat dit soort nieuws in commerciële media - en dat zijn alle media die leven bij de gratie van kopers en adverteerders - de meeste aandacht krijgt. Dat verklaart ook waarom dit soort nieuws de laatste jaren steeds nadrukkelijker en uitgebreider aan bod komt in de zogenaamde kwaliteitsmedia: ook zij staan onder een enorme commerciële druk.

Ik zou een vierde categorie, een vierde criterium aan het debat willen toevoegen: nieuws is wat gevolgen heeft voor anderen. Kwaliteitsjournalistiek is journalistiek die aan dit soort nieuws de voorrang geeft. Laat ik proberen dit vaag klinkende criterium te verduidelijken aan de hand van de moord in Oostende.

De moord op Bart B. is gepleegd zonder enig maatschappelijk relevant motief. Anders dan de moorden in Antwerpen, gaat het hier niet om een racistisch geïnspireerde gewelddaad maar om een volkomen zinloze, absurde en in zekere zin banale moord: een dronken jongen stak in een ruzie om niks een andere jongen dood. De vergelijking met de moord op Joe Van Holsbeeck is juist, de vergelijking met de moorden in Antwerpen niet.

Hoe onnoemelijk het door deze moord aangerichte leed ook is, het blijft in wezen een privé-tragedie. Verdriet is nooit banaal, maar het motief voor de moord was dat in dit geval wel. Natuurlijk worden nu weer wetenschappers en studies en rapporten uit de kast gehaald die moeten aantonen dat het geweld bij jongeren in de maatschappij toeneemt - terwijl andere wetenschappers dat dan weer ontkennen - maar om die ‘wetenschap’ gaat het in de berichtgeving niet, die ‘wetenschap’ dient slechts ter legitimering van de grote media-aandacht. De ware reden voor de grote media-aandacht valt uiteraard onder categorie twee: leed verkoopt. Concreet leed (één vermoorde jongen) verkoopt beter dan abstract leed (Darfour, de dagelijkse portie doden in Bagdad, enz...).

De moord op Bart B. heeft geen enkel maatschappelijk belang, hoezeer de sentimentele en sensationele uitvergroting van deze tragedie in de media ook het tegendeel lijkt te suggereren. De interviews met politici, de meningen van opiniemakers allerhande - het zijn allemaal even pijnlijke want tot mislukken gedoemde pogingen om in deze daad iets anders, iets “groters” te zien dan wat ze in werkelijkheid is: absurd en daarom des te onverdraaglijker, door opvoeding noch beleid te voorkomen, en van alle tijden. In die zin dus: een banaal fait divers. De gretige mediacoverage en de politieke recycling van dit privé-leed vormen een interessanter nieuwsfeit dan dat leed zelf.

Elke beslissing van de OPEC is belangrijker nieuws dan een dergelijke, zinloze moord. Elk faillissement van een min of meer omvangrijk bedrijf verdient meer aandacht, omdat het onmiddellijke, aantoonbare gevolgen heeft voor de economie en de werkgelegenheid. Nieuws is niet noodzakelijk wat mij persoonlijk interesseert, maar wat mij aanbelangt, zelfs wanneer het me niet interesseert (de prijs van een vat olie bijvoorbeeld).

Maar een paard dat in het Albertkanaal sukkelt, een vrouw die zich door een roofdier laat opeten in een Vlaamse zoo of een parachutist die een vrije val van 4,5 kilometer overleeft zonder noemenswaardige verwondingen: geen enkele van deze berichten heeft enig maatschappelijk belang, ze verklaren noch verhelderen, ze hebben geen enkele andere betekenis dan de relatieve spektakelwaarde van een niet alledaags incident. Toch zaten deze anekdotes de afgelopen dagen vooraan in alle nieuwsbulletins.

Ik zou graag een krant lezen, een radio beluisteren, een journaal bekijken waarin zulke berichten zelden of nooit voorkomen, waarin voornamelijk nieuws van de vierde categorie aan bod komt. Heldere, omstandige analyses en interpretaties van vaak complexe, transnationale processen en ontwikkelingen die gevolgen hebben voor grotere bevolkingsgroepen dan de nabestaanden van een particuliere tragedie. Natuurlijk brengt dit soort nieuws ook tsunami’s en hongersnoden en sommige moorden, geweld is helaas niet altijd een privé-aangelegenheid, maar de selectie zou er toch anders uitzien. In een nieuwsbloemlezing die op basis van deze categorie zou worden samengesteld is geen plaats voor berichten over gauwdieven en “kleine” verkeersongelukken, hier geen miskramen en ontplofte frituren, geen roddelrubrieken en geen emo-interviews met mensen wier daden of opvattingen geen enkel aanwijsbaar belang of effect hebben op de politiek, de economie, de cultuur, de wetenschap.

Zo bekeken, vanuit deze vierde categorie, was de moord op Bart B. geen nieuws. Ze tekent het leven van zijn beminden en zijn vrienden, maar voor mij en een paar miljard anderen verklaart of betekent deze privé-catastrofe volstrekt niets. De berichtgeving over deze moord bevatte nauwelijks informatieve waarde. Ze hoorde thuis in de categorie rendabel entertainment.